
Belangrijke weetjes over een Mitsubishi airco
Luchtstroom
Lucht wordt niet uitgeblazen wanneer de werkingsmodus HEATING wordt gestart. De indicator RUN knippert langzaam (1,5 seconden ON, 0,5 seconden OFF) | De luchtstroom is gestopt totdat de warmtewisselaar is opgewarmd (2 tot 5 minuten) om te voorkomen dat koude lucht wordt uitgeblazen. |
Lucht wordt niet uitgeblazen gedurende 5 tot 15 minuten of koele lucht wordt kort uitgeblazen tijdens de werkingsmodus HEATING. De indicator RUN knippert langzaam (1,5 seconden ON, 0,5 seconden OFF) | Wanneer de buitentemperatuur laag is en de vochtigheid hoog, schakelt de airconditioner soms automatisch over op ontdooien. U moet dan even geduld hebben. Tijdens het ontdooien kan er water of stoom uit het buitenapparaat komen. |
Lucht wordt niet uitgeblazen wanneer de werkingsmodus DRY wordt gestart. (De indicator RUN brandt) | De ventilator kan stoppen om te voorkomen dat uit de lucht onttrokken vocht opnieuw verdampt en om energie te sparen. |
Geluid
U hoort een zacht gorgelend geluid. | Dit komt doordat de koelvloeistof beweegt binnen de eenheid. |
U hoort een zacht krakend geluid. | Dit wordt veroorzaakt door warmte-expansie of door contractie. |
U hoort een sissend of klikkend geluid. | Dit wordt veroorzaakt door de werking van de koelmiddelregelkleppen of de elektrische onderdelen. |
Het buitenapparaat maakt een fluitend geluid. | Dit betekent dat de rotatiesnelheid van de compressor versnelt of vertraagt. |
Het kan gebeuren dat u na het uitschakelen van het apparaat een geluid hoort (”SHOEEE”) | Dit is het normale geluid dat u hoort als er een andere airconditioning wordt uitgeschakeld. |
Overig
Het apparaat start niet onmiddelijk terug op nadat u het hebt gestopt. (Indicator RUN brandt) | Het opnieuw inschakelen van het apparaat lukt niet tot 3 minuten na het uitschakelen, dit is om het apparaat te beschermen. De microcomputer zal het apparaat zelf opnieuw inschakelen wanneer de 3 minuten verstreken zijn. |
Er komt stoom vrij tijdens de werkingsmodus COOL. | Dit kan gebeuren wanneer de kamertemperatuur en -vochtigheid erg hoog zijn. Zodra de temperatuur en vochtigheid afnemen, zal dit verdwijnen. |
U ruikt iets. | De lucht die uit het apparaat geblazen wordt, ruikt vreemd. Dit wordt veroorzaakt door tabak of cosmetica die in het apparaat zijn terecht gekomen. |
Na een stroomonderbreking wordt het apparaat niet opnieuw ingeschakeld, zelfs wanneer de stroomtoevoer is hersteld. | Als de automatische herstelfunctie niet is ingesteld, zal het apparaat niet automatisch terug inschakelen. Gebruik de afstandsbediening om het apparaat opnieuw in te schakelen. |
Er worden geen signalen van de afstandsbediening ontvangen. | Signalen van de afstandsbediening worden mogelijk niet ontvangen indien de ontvanger van de airconditioner is blootgesteld aan direct zonlicht of ander helder licht. Indien dit het geval is, schermt u het zonlicht af of vermindert u het andere licht. |
Er condenseert vocht op de luchtuitlaatroosters. | Indien de airconditioner gedurende een lange periode in een ruimte met een hoge vochtigheidsgraad wordt gebruikt, kan er vocht condenseren op de luchtuitlaatroosters en hier vanaf druppelen. |
De ventilator stopt niet onmiddelijk nadat de werking van het apparaat wordt gestopt. | Binnenventilator: De ventilator zal na 2 uur nog niet stoppen als er is ingesteld op de SELF CLEAN reinigingsfunctie. Buitenventilator: De ventilator zal na ongeveer 1 minuut pas stoppen, om het apparaat te beschermen. |
Het RUN lampje blijft branden, ook al is de werking gestopt. | Het RUN lampje brandt tijdens de SELF CLEAN reinigingsfunctie. Het RUN lampje dooft wanneer de SELF CLEAN reinigingsfunctie is afgelopen. |